Toegangscontrole

Toegangscontrole is gericht op het vaststellen of zij die naar binnen willen daartoe gerechtigd zijn. De achterliggende gedachte is te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen. Dit geldt voor iedere toegangscontrole, maar voor ISPS-plichtige havenbedrijven, dit zijn de bedrijven die onder meer zeegaande vracht- en passagiersschepen afhandelen, is het instellen van maatregelen om onbevoegden toegang te voorkomen een expliciete eis (ISPS-code, deel A, artikel 16.3, lid 2).

Ten aanzien van elke toegangscontrole geldt dat de rechtmatigheid van toegang is gekoppeld aan een persoon ten behoeve van een bepaalde handeling, dus aan wie iemand is en wat de persoon komt doen. Dit noemen we identificatie en legitimatie. Legitimeren is het vaststellen van de rechtmatigheid van wat de persoon doet of wil. Identificatie is het vaststellen wie iemand is en legitimatie is het vaststellen van een legitieme reden om toegang te krijgen.

HET VASTSTELLEN VAN DE IDENTITEIT

Het vaststellen van de identiteit wordt gedaan aan de hand van een identiteitsbewijs, zijnde een paspoort of ID-kaart en in de meeste gevallen is een rijbewijs ook acceptabel. Het vaststellen van de legitimatie, zijnde een rechtmatige reden om toegang te verlenen, is uiteraard niet iets dat de persoon die naar binnen wil, zelf kan geven. Dit kan alleen de rechthebbende. Dit kan geïllustreerd worden met de tekst van artikel 461 Wetboek van Strafrecht, dat zegt: Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op een anders grond, waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.

HET AANMELDEN VAN BEZOEKERS

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat alleen de rechthebbende bepaalt of iemand wel of niet het recht heeft toegelaten te worden. Dit houdt in dat de toestemming om iemand toe te laten afkomstig dient te zijn van de rechthebbende of van iemand die dit namens de rechthebbende mag bepalen. Veelal is niet vastgelegd wie toestemming heeft om bezoekers aan te melden bij de afdeling die  belast is met de toegangscontrole. Over het algemeen wordt er stilzwijgend vanuit gegaan dat alle leidinggevenden bezoekers kunnen aanmelden en alle andere medewerkers niet. Dit laat een enorm grijs gebied, waaraan de dienstdoende receptionist of beveiliger vervolgens invulling moet geven. Dit is geen gezonde situatie, omdat het bedrijf geen controle heeft over wie wel en wie niet bezoekers aan kan melden en daarmee een legitimatie tot toegangsverlening kan afgeven. Aanmeldprocedures dienen daarom duidelijk uitgewerkt en gecommuniceerd te zijn:

  •  bij wie dient intern een bezoeker aangemeld te worden. Denk hierbij aan een leidinggevende van een afdeling of het secretariaat;
  •  door wie worden vervolgens deze interne aanmeldingen doorgegeven aan hen die belast zijn met het uitvoeren van de toegangscontrole;
  •  op welke wijze worden aanmeldingen aan hen doorgegeven (gedocumenteerd, dus ten minste via e-mail); en
  •  is er een interne sanctieprocedure die kan worden gehanteerd indien van de aanmeldprocedure wordt afgeweken. Denk hierbij aan onbevoegd rechtstreeks aanmelden bij hen die belast zijn met het uitvoeren van de toegangscontrole; of het (geregeld) vergeten tijdig aan te melden.

HET CONTROLEREN VAN EEN IDENTITEITSBEWIJS

De volgende stap is het vaststellen of het tijdens de toegangscontrole aangeboden identiteitsbewijs echt is. Hiertoe bevatten alle identiteitsbewijzen zogenaamde echtheidskenmerken. Het bedrijf dient zelf te voorzien in de noodzakelijke middelen om identiteitsbewijzen op echtheidskenmerken te controleren, hoewel er enkele zijn die met het blote oog en met gewoon licht gecontroleerd kunnen worden. Deze laatste zijn de zogenaamde eerstelijns echtheidskenmerken, zoals:

  •  de 2e kleine foto (Stereo Laser Image) waarin een soort diepte effect zichtbaar is
  •  een reliëf dat met de hand voelbaar, zoals links onderin de pasfoto
  •  kleurvariabele inkt dat bij kantelen van het document onder gewoon licht enigszins van kleur verandert
  •  een perforatie van een niet-lichtdoorlatende laag in het ID-bewijs (Tilted Laser Image – TLI), waardoor met behulp van licht achter het ID-bewijs een tekst zichtbaar wordt.

HULPMIDDELEN

De echtheidskenmerken waarbij technische hulpmiddelen nodig zijn om ze te controleren, zijn de zogenaamde tweedelijns echtheidskenmerken:

  •  voor onder ultraviolet licht oplichtende beelden is een UV-lamp nodig
  •  voor het controleren van microtekst is een documentloep nodig.

Het bovenstaande impliceert dat er twee zaken nodig zijn om dergelijke controles uit te voeren:

  •  kennis bij of training van hen die de controles uit moeten voeren
  •  de technische middelen om de tweedelijns controle uit te kunnen voeren.

Niets is potentieel zo schadelijk als de schijn van effectieve toegangscontrole. De verrassingen die dit inhoud zijn per definitie potentieel schadelijk en leveren bij schade ten minste een hoop vingerwijzen op. Terwijl het eenvoudig vooraf goed in te regelen valt. Advies: raadpleeg een deskundige, want goede raad hoeft niet duur te zijn.